Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [40]zwoer de koning, en zeide: [Zo waarachtig als] de HEERE leeft, die mijn ziel uit allen nood verlost heeft; 40. David vernieuwt den eed, dien hij Bathseba gedaan had, niet uit lichtvaardigheid, maar: I. om door deze kloeke en ijverende gestadigheid het bedrijf en den aanslag van Adonia tegen te komen; II. om Bathseba te troosten; III. om alle mensen na zijn dood een zeker getuigenis na te laten dat hij zich, gelijk in deze zaak alzo ook in alle andere, aan het woord en den wil des Heeren vastgehouden had tot het einde zijns levens toe.